Het kabinet wil een forse hervorming van de arbeidsmarkt doorvoeren. Minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een wetsvoorstel gepresenteerd dat de balans tussen flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt moet herstellen. De kern van het voorstel: meer vaste contracten en betere bescherming voor flexwerkers.
Van flexibel naar vast: koerswijziging op de arbeidsmarkt
Op dit moment heeft 43 procent van de werkenden in Nederland een onzeker arbeidscontract. Dat aandeel wil Van Hijum terugbrengen naar het Europees gemiddelde van ongeveer 20 procent. “We zijn doorgeslagen in flexibiliteit”, stelt de minister. “Voor sommige bedrijven is onzekere arbeid een verdienmodel geworden. Dat moeten we keren.”
Daarom bevat het wetsvoorstel stevige maatregelen. Werkgevers worden gestimuleerd om sneller vaste contracten aan te bieden. Een belangrijke verandering is het aanpakken van de zogenoemde draaideurconstructies. Nu mag een werkgever een werknemer drie tijdelijke contracten aanbieden, waarna een tussenpauze van zes maanden geldt voordat een nieuw tijdelijk contract mag worden afgesloten. Die afkoelperiode wordt verlengd naar vijf jaar. Het doel: werknemers eerder een vast contract geven en langdurige onzekerheid tegengaan.
Afschaffen nulurencontracten en invoering bandbreedtecontracten
Een ander belangrijk onderdeel van het voorstel is het verbod op nulurencontracten. Deze contractvorm verdwijnt voor de meeste werknemers en maakt plaats voor zogenoemde bandbreedtecontracten. Daarbij wordt een minimum en maximumaantal werkuren afgesproken, met een maximale bandbreedte van 130 procent. Wie bijvoorbeeld 16 uur per week minimaal werkt, mag maximaal 20,8 uur worden ingezet. Het minimum wordt altijd uitbetaald.
Uitzonderingen blijven mogelijk voor jongeren, scholieren en studenten, die de flexibiliteit nodig hebben of aankunnen. Volgens Van Hijum biedt de nieuwe regeling alsnog voldoende wendbaarheid voor werkgevers, terwijl het tegelijkertijd de bestaanszekerheid van werknemers vergroot. “Oproepkrachten zijn nu het meest vatbaar voor armoede, ook als ze werken. Dat moeten we oplossen.”
Gelijke rechten voor uitzendkrachten
Het wetsvoorstel regelt bovendien dat uitzendkrachten voortaan recht hebben op dezelfde arbeidsvoorwaarden als reguliere werknemers in gelijke functies. Daarmee wil de minister een eind maken aan constructies waarbij werknemers structureel via uitzendbureaus goedkoper en met minder zekerheid worden ingezet.
Tweedeling en armoederisico’s aanpakken
Minister Van Hijum maakt zich zorgen over de groeiende tweedeling op de arbeidsmarkt. “Of je wel of geen vast contract hebt, bepaalt niet alleen of je inkomen hebt, maar ook of je verzekerd bent tegen werkloosheid, of er pensioen wordt opgebouwd en of er ruimte is voor scholing. Zonder vastigheid zijn mensen kwetsbaarder en vatbaarder voor armoede.”
Volgens hem komt een deel van het Nederlandse verdienmodel nu ten laste van kwetsbare groepen. “Dat is maatschappelijk onhoudbaar.”
Reacties vanuit het bedrijfsleven
Ondernemers en werkgeversorganisaties zijn kritisch over het verdwijnen van nulurencontracten. Ze vrezen verlies aan flexibiliteit, met name in sectoren waar vraag en aanbod sterk kunnen fluctueren. Van Hijum erkent dat zorgen, maar benadrukt dat bandbreedtecontracten ook ruimte bieden voor variabiliteit. Daarnaast werkt hij aan maatregelen om vaste contracten voor werkgevers aantrekkelijker te maken, zoals het versoepelen van loondoorbetalingsverplichtingen bij ziekte.
Verwachte inwerkingtreding: 2027
Het wetsvoorstel ‘Meer zekerheid flexwerkers’ is nog niet definitief, maar in de Tweede Kamer wordt weinig discussie over de inhoud verwacht. Het bouwt voort op het rapport-Borstlap en eerdere adviezen van de Sociaal-Economische Raad. Als beide Kamers instemmen, moet de wet in 2027 in werking treden.
“Met dit wetsvoorstel vergroten we direct de bestaanszekerheid van mensen. En we maken het moeilijker om mensen uit te buiten via draaideur- of uitzendconstructies,” aldus Van Hijum.





